top of page

 

 

 

 

 

 


De eendenkooi

De geschiedenis van het kooikerhondje als werkhondje in de eendenkooi, dateert al van enkele eeuwen geleden. Door de achteruitgang van het aantal eendenkooien aan het begin van de twintigste eeuw dreigde het type kooikerhondje te verdwijnen. 
Het is de verdienste van mevrouw M.C.S. Baronesse van Hardenbroek van Ammerstol dat zij in de jaren veertig van de vorige eeuw de aanzet heeft gegeven om het type kooikerhondje te behouden en tot ontwikkeling te brengen tot een definitief ras. 
Met behulp van een marskramer die zij een lokje haar en een afbeelding van een kooikerhondje meegaf, slaagde zij erin enkele bruikbare exemplaren op het platteland op te sporen.

Zo kwam zij aan het teefje 'Tommie', uit Friesland, welke algemeen beschouwd wordt als de stammoeder van het huidige kooikerhondje. 
Het eerste nest dat door de Baronesse werd gefokt onder de naam 'Van Walhalla' dateert van 1942. Nico, een kleinkind van Tommie's kleindochter Carlienke van Walhalla, was het eerste kooikerhondje dat ingeschreven werd in het Voorlopig Register.

 

 

De eendenkooi (soms kortweg kooi genoemd) is van oorsprong een plek waar diverse soorten in het wild levende eenden werden gevangen voor consumptie

 De eendenkooi bestaat uit een flinke vijver waar enkele smalle sloten op uitkomen, de zogenaamde vangpijpen. Eenden die uit een ander kouder wordend gebied getrokken zijn om in een warmer gebied te overwinteren, zoeken vaak plekken uit waar ze kunnen uitrusten van de reis. Om overvliegende eenden te lokken heeft de kooiker, de beheerder van de kooi, op de kooiplas een groot aantal staleenden die hij dagelijks voert. Zij zijn gewend aan de kooiker en zijn hond.

 

Als het jachtseizoen geopend is laat de kooiker zijn hond, de kooikershond, langs de pijp lopen om de rustende vreemde eenden te lokken. De pijp is aan weerszijden voorzien  vavan rietschermen zodat de eenden de kooiker niet zien. Het hondje laat hij voor en achter langs de schermen lopen. De eenden, nieuwsgierig geworden door het  verstopgedrag van het kooikerhondje met zijn opvallende, grote witte  pluimstaart, die steeds weer verdwijnt en een eindje verder weer tevoorschijn komt, zwemmen achter het hondje aan de steeds nauwer wordende pijp in. Dan komt de kooiker achter de schermen vandaan en jaagt de eenden op. De eenden vliegen dan verder de pijp in het licht tegemoet. Het kooibos rond de kooiplas wordt namelijk aan het eind van elke pijp opengehouden. De eenden vliegen uiteindelijk tegen de zogenaamde spiegel, een schuin gespannen net aan het einde van de pijp. Ze vallen dan naar beneden en kruipen naar de enige schijnbare uitweg namelijk het einde van de pijp, het vanghokje. De kooiker laat het vanghokje dichtvallen zodat de eenden gevangenzitten en niet meer terug kunnen.


In Nederland zijn circa 3000 locaties bekend waar ooit een eendenkooi heeft gelegen. In de toptijd zijn ca. 1500 eendenkooien op enig moment aanwezig geweest. In Drente bijvoorbeeld, waar nu geen enkele eendenkooi meer te vinden is, moeten er meer dan 100 geweest zijn.

 De meeste eendenkooienkooien zijn aangelegd in de 17e en 18e eeuw. Eendenkooien werden veelal aangelegd door adellijke families. In die tijd had een eendenkooi naast de jachtfunctie ook grote betekenis als statussymbool.

Het huidige aantal geregistreerde eendenkooien is nog 111. Daarnaast zijn er, verspreid over het land, nog een aantal niet geregistreerde eendenkooien en overblijfselen van kooien, de zogenaamde kooirelicten.

 Op dit moment wordt geprobeerd om enkele eendenkooien, welke hun registratie verloren hebben, opnieuw te registreren en zo weer terug te krijgen op de registratielijst.

 Om de vijf jaar moet van een geregistreerde kooi de registratie verlengd worden. De registratie vindt plaats bij het ministerie van LNV. Om geregistreerd te blijven moet een eendenkooi voldoen aan een aantal minimumeisen. Voldoet een kooi niet meer aan die eisen dan vervalt de registratie

De mogelijk oudste nog bestaande eendenkooi van de Benelux bevindt zich bij het Kasteel de Marnix de Sainte-Aldegonde te Bornem in de provincie Antwerpen. Deze kooi wordt voor het eerst vermeld in 1318 en dateert in zijn huidige vorm van 1534.

 

Soorten eendenkooien 
Er worden verschillende typen eendenkooien onderscheiden refererend aan de plek waar de eendenkooi ligt of aan de periode van het vangseizoen waarin de meeste eenden gevangen worden. Zo kennen we rivier-, land- en zeekooien. De zeekooien zijn uitsluitend te vinden op de waddeneilanden en in de duingebieden in Zeeland, de landkooien met name in Friesland en de kop van Overijssel en de rivierkooien vooral in Gelderland. Een zomerkooi haalt het grootste deel van de vangst voor eind december, bij een winterkooi gebeurt dit pas na december.

Per provincie of streek kunnen de kooien van elkaar verschillen in de opbouw van het vangsysteem welke gebruikt wordt. Opvallend is de grote lengte en vorm van de pijpen in een rivierkooi. De vangpijpen kunnen wel tot 90 m. lang zijn, met grote bogen van wilgenhout uitlopend in een steeds lager en smaller wordende gaasgang die over land eindigt in het vanghok. Overijsselse kooien hebben veel kortere vangpijpen, overdekt met gaas of netten, eindigend in de zogenaamde "spiegel", een schuinstaand raam bespannen met gaas en op de grond daarachter het vanghok.

 

Uiteindelijk kun je stellen dat er geen eendenkooi identiek is.

Grootste -, kleinste,- en de oudste eendenkooi in Nederland
De grootste eendenkooi is de uit 1848 stammende Kooi van Pen in Wetering (Ov). In WO II is

deze eendenkooi in handen gevallen van de Staat en in eigendom van Staatsbosbeheer

gekomen. Deze eendenkooi bestond uit drie plassen en 18 vangpijpen. 

De kleinste eendenkooi in Nederland is het Visserskooitje bij de Lichtmis (langs de weg

Zwolle-Meppel, A28 ), bestaande uit een plas met twee vangpijpen. Deze eendenkooi is

eigendom van Staatsbosbeheer. 

De oudste eendenkooi in Nederland is de Zuiderparkkooi in het gelijknamige park in

Den Haag. De eerste datum dat er iets op schrift over deze eendenkooi te vinden is, is 1563.

Vermoedelijk stamt de kooi uit 1550.

 

BRON:  www.wikipedia.nl en www.kooikersvereniging.nl

 

Interessant filmpje van Staatsbosbeheer over de eendenkooi:

http://www.staatsbosbeheer.nl/locaties/weerribben/eendenkooi%20kloosterkooi.aspx

 

Geschiedenis

Kooikerhondjes behoren tot een oud Nederlands ras. Op schilderijen van 17e eeuwse

meesters zoals Jan Steen komt men hondjes tegen die veel lijken op het huidige

kooikerhondje. Ook op 18e en 19e eeuwse familieportretten ziet men deze hondjes.

Dordrecht is de stad waar de Eerst Vrije Statenvergadering werd gehouden, op 19 juli 1572.

De historische bijeenkomst was door Willem van Oranje uitgeroepen om van twaalf Hollandse

steden steun en financiering te krijgen voor zijn strijd tegen de Spanjaarden.

De steden staan ook vermeld in de sokkel van het beeld.

Er moest een hond bij het standbeeld van Willem van Oranje. Voor kunstenaar Arie Schippers,

die het drie meter hoge bronzen beeld maakte, was dat een uitgemaakte zaak.

“Van Oranje had een bijzondere band met zijn hond Pompey. Het verhaal gaat dat het dier

door te blaffen ooit zijn leven heeft gered tijdens een moordaanslag, toen hij lag te slapen

tijdens een veldtocht.” Toen zijn baas in 1584 alsnog werd vermoord, zou het dier van verdriet

zijn gestorven.

Op het grafmonument van Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk in Delft ligt daarom

als symbool van trouw een hondje aan zijn voeten.

  

Willem van Oranje
bottom of page